Loonheffingskorting op het grootste inkomen

Ja, er is een praktisch voordeel om de loonheffingskorting op het grootste inkomen te zetten, en het heeft te maken met belastingvoordelen en het verminderen van belastingtarieven. Hier is een eenvoudig voorbeeld om het uit te leggen:

Stel je voor:

Persoon A heeft twee banen:

Job 1: Bruto inkomen van €30.000 per jaar.

Job 2: Bruto inkomen van €10.000 per jaar.

Loonheffingskorting: Dit is een korting op de belasting die je betaalt, en het wordt in de regel afgetrokken van het loon voordat je belasting betaalt, waardoor je netto-inkomen hoger is.

Waarom de loonheffingskorting op het grootste inkomen zetten?

Als je de loonheffingskorting op Job 1 (het grootste inkomen van €30.000) zet, profiteer je het meest van de belastingkorting, omdat deze korting direct wordt afgetrokken van het hoogste inkomen, waardoor je belastingdruk lager wordt. Dit kan je netto-inkomen verhogen. Het idee is dat je minder belasting betaalt over je grootste inkomen.

Wat zou er gebeuren als je de loonheffingskorting op Job 2 zet?

Als je de loonheffingskorting op je Job 2 van €10.000 zet, zou je belastingkorting alleen van toepassing zijn op dat kleinere inkomen.

Je zou nog steeds belasting moeten betalen over het hogere inkomen (Job 1 van €30.000) zonder de korting, waardoor je minder belastingvoordeel hebt.

Samenvatting:

Maximaal voordeel behalen: Door de loonheffingskorting op je grootste inkomen te zetten, zorg je ervoor dat je belastingkorting maximaal wordt toegepast op je hoogste loon, wat resulteert in een lager belastingtarief en dus meer netto-inkomen.

Regels: De belastingdienst staat je slechts één keer toe de loonheffingskorting te gebruiken, dus het is verstandig om dit strategisch te doen om het meeste voordeel te behalen.

Hoe werkt dit bij de belastingaangifte?

Als je de loonheffingskorting op je laagste inkomen hebt toegepast, kan het zijn dat je in totaal meer belasting hebt betaald over je grotere inkomen (Job 1), omdat je daar geen belastingkorting hebt toegepast. Dit zorgt ervoor dat je mogelijk bij de belastingaangifte terug kunt krijgen wat je teveel hebt betaald over je totale inkomen.

Belangrijke punten:

Over het algemeen krijg je belasting terug als je teveel belasting hebt betaald gedurende het jaar. Dit kan het geval zijn als je de loonheffingskorting op het lagere inkomen hebt gezet en je dus op je grotere inkomen teveel belasting hebt betaald.

De belastingdienst kijkt naar je totaal inkomen en berekent hoeveel belasting je werkelijk verschuldigd bent. Als je te veel hebt ingehouden (bijvoorbeeld door de korting verkeerd toe te passen), krijg je dit terug bij je aangifte.

Conclusie:

Het krijgen van meer terug bij je belastingaangifte hangt vaak samen met de situatie waarin je de loonheffingskorting op je laagste inkomen hebt gezet. De belastingdienst corrigeert dan de te veel betaalde belasting tijdens je aangifte. Het is dus belangrijk om strategisch te denken over waar je de loonheffingskorting toepast om belastingteruggave te optimaliseren.

Wat is het verschil? het lijkt hetzelfde?

Inderdaad, het maakt in principe niet uit waar je de loonheffingskorting toepast als je kijkt naar het totaal belastingbedrag over het jaar. Je zult altijd hetzelfde bedrag aan belasting betalen, omdat de belastingdienst uiteindelijk alles zal uitrekenen op basis van je totaal inkomen en je jaaraangifte.

Het verschil zit hem in wanneer je de belastingkorting krijgt en hoe je belasting gedurende het jaar wordt ingehouden. Hier zijn de belangrijkste punten:

1. Looptijd van de korting:

Loonheffingskorting op het grootste inkomen: Je krijgt de korting direct in je loon, maar dit verlaagt vooral de belastingdruk op je hoogste inkomen.

Loonheffingskorting op het laagste inkomen: Je krijgt de korting wel op je lagere inkomen, maar je betaalt uiteindelijk meer belasting op je hogere inkomen (omdat daar geen korting op wordt toegepast).

2. Bij de belastingaangifte:

In je belastingaangifte kijkt de belastingdienst naar je totale inkomen. Of je de loonheffingskorting op je grootste of kleinste inkomen hebt gezet, maakt voor het eindresultaat niet veel uit. De belastingdienst corrigeert eventueel teveel ingehouden belasting als je meer hebt betaald dan je daadwerkelijk verschuldigd bent.

Als je de loonheffingskorting niet optimaal hebt toegepast, krijg je mogelijk iets terug bij je aangifte, maar uiteindelijk betaal je dezelfde belasting over je totale inkomen.

3. Praktisch gezien:

Het kan wel praktischer zijn om de loonheffingskorting op je grootste inkomen te zetten, omdat je dan minder kans hebt op het verkeerd inschatten van hoeveel belasting er ingehouden wordt, en je krijgt het voordeel meteen.

Als je de loonheffingskorting op je laagste inkomen zet, kan dit ervoor zorgen dat je meer belasting hebt ingehouden dan nodig, en je krijgt dat verschil terug bij je belastingaangifte.

Conclusie:

Het maakt in principe niet uit voor het eindresultaat, maar de keuze kan invloed hebben op de timing van belastingteruggave of -betaling. Het kan iets gemakkelijker zijn om de loonheffingskorting op je grootste inkomen te zetten, maar je krijgt je belastingteruggave uiteindelijk via de aangifte, ongeacht waar je de korting toepast.

Als je twijfelt, kun je het beste kiezen voor de grootste inkomen om eenvoudiger en sneller te profiteren van de belastingkorting, of gewoon zorgen dat je het correct toepast bij je aangifte.