Vraag 1. Ik houd van een werkopdracht omdat…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Ik analyseer graag probleemsituaties om vervolgens keuzemogelijkheden kritisch af te wegen.
Ik organiseer graag en wil praktische problemen oplossen.
Ik vind het prettig om goede samenwerkingsrelaties op te bouwen.
Ik oefen graag invloed uit op de besluitvorming en wil iets bereiken.
Ik ontmoet graag allerlei mensen die iets interessants te bieden hebben, zakelijk of persoonlijk.
Ik breng graag mensen tot overeenstemming over gezamenlijk te ondernemen stappen.
Ik wijd me graag met volle aandacht aan een concrete taak waar ik zelf ook praktisch mee bezig kan zijn.
Ik houd me graag bezig met vraagstukken die mijn intelligentie en verbeeldingskracht prikkelen.
Vraag 2. Kenmerkend voor mijn benadering van het werken in een groep is…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Ik vind het interessant om mijn collega's beter te leren kennen en vind het niet nodig mezelf op de voorgrond te plaatsen.
Ik ben niet bang om de opvattingen van anderen te bestrijden of met voorstellen te komen.
Ik vind meestal wel objectieve argumenten om onjuiste voorstellen of meningen van tafel te krijgen of te corrigeren.
Ik heb het vermogen om zaken goed te regelen en activiteiten planmatig aan te pakken.
Ik voel me gestimuleerd om creatief te denken en met originele ideeën te komen.
Ik zet me persoonlijk in om concrete zaken zo goed mogelijk aan te pakken en op tijd af te ronden.
Ik houd ervan om me te oriënteren buiten de eigenlijke groep en gebruik te maken van externe contacten.
Ik stel zonder aarzelen vast wat er moet gebeuren als er een beslissing moet worden genomen.
Vraag 3. Wanneer ik eenmaal betrokken ben bij een project, samen met anderen…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Lukt het me om mensen in een richting te sturen zonder ze onder druk te zetten.
Ben ik sterk bezig met het voorkomen van fouten of het over het hoofd zien van praktische zaken.
Stuur ik op daden aan om te voorkomen dat er tijd verloren gaat of hoofdzaken uit het oog worden verloren.
Ben ik erop gericht om de zaak anders dan anderen te bekijken.
Ben ik altijd bereid een goed idee te ondersteunen als dat de communicatie bevordert en in het algemeen belang is.
Ben ik altijd op zoek naar nieuwe ideeën en ontwikkelingen en raak ik snel enthousiast.
Ik geloof dat mijn kritische geest een belangrijke bijdrage levert om onjuiste beslissingen te voorkomen.
Men kan erop vertrouwen dat alle belangrijke zaken goed gestructureerd verlopen.
Vraag 4. Mijn bijdrage aan een team is…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Ik zie vaak nieuwe mogelijkheden en openingen voor een onverwachte oplossing of wending in de discussie.
Ik kan goed overweg met de meeste mensen en help ze graag bij problemen.
Het gaat me meestal goed af om ideeën naar voren te brengen en mensen daarvoor enthousiast te maken.
Ik weet wanneer iemand iets waardevols kan bijdragen aan de doelstellingen en kan verschillende bijdragen goed samenvoegen.
Mijn vermogen om zaken af te ronden is groot, waarschijnlijk doordat mijn persoonlijke efficiëntie en inzet groot zijn.
Ik ben bereid knopen door te hakken en de kar te trekken als dat leidt tot resultaten die uiteindelijk de moeite waard zijn.
Meestal heb ik in de gaten wat haalbaar en realistisch is en blijf ik vrij nuchter in mijn benadering.
Ik kan redenen aanwijzen voor een betere aanpak of visie zonder daarbij mijn objectiviteit te verliezen.
Vraag 5. Tekortkomingen die ik mogelijk heb bij het werken in teams, zijn…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Ik voel me alleen op mijn gemak als bijeenkomsten goed gestructureerd verlopen en op een goede manier worden geleid.
Om de discussie af te ronden ga ik soms te snel mee met de meerderheid, zonder dat het voldoende is doorgesproken.
Ik heb de neiging te veel te praten als ik enthousiast ben over een bepaald idee.
Mijn objectiviteit maakt het me moeilijk om vlot en enthousiast met anderen mee te gaan en mijn betrokkenheid te tonen.
Ik word soms als drammerig en autoritair beschouwd als er iets moet gebeuren.
Ik vind het moeilijk om me vanaf het begin te manifesteren, misschien omdat ik de mensen eerst goed moet leren kennen.
Ik neig ertoe op te gaan in ideeën die bij me opkomen en verlies daardoor soms het contact met de lopende zaken.
Mijn collega's denken dat ik me onnodig druk maak over details en over de kans dat dingen mis kunnen gaan.
Vraag 6. Als mij plotseling een moeilijke opdracht wordt toegespeeld, met een beperkte tijd en met onbekende mensen…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Zou ik me het liefst eerst een tijdje terugtrekken om iets te bedenken voordat ik met een voorstel kom.
Zou ik meteen degenen opzoeken die zich het meest positief opstellen en bij wie ik sympathie voel.
Zou ik eerst onderzoeken welke personen het best een bepaalde bijdrage kunnen leveren.
Zou mijn gevoel voor wat er direct dient te worden aangepakt ervoor zorgen dat we meteen aan de slag kunnen gaan.
Ik geloof dat ik kalm zou blijven en mijn vermogen om objectief te denken zou bewaren.
Zou ik, ondanks de tijdsdruk, het probleem eerst opdelen en het vervolgens stapsgewijs aanpakken.
Zou ik de leiding op me willen nemen om een duidelijke koers uit te zetten.
Zou ik discussies stimuleren om op ideeën te komen en externe hulpbronnen aanboren.
Vraag 7. Problemen waarmee ik te kampen heb als ik in een groep werk, zijn…
(Verdeel 10 punten over de antwoorden.)
Dat ik ongeduldig word als mensen de voortgang en samenwerking in de weg staan.
Dat anderen me bekritiseren omdat ik te analytisch en te afstandelijk ben.
Mijn bezorgdheid dat dingen goed gebeuren, leidt er soms toe dat ik het overzicht verlies en te druk bezig ben.
Dat ik me gauw verveel en telkens door nieuwe uitdagingen weer op gang gebracht moet worden.
Dat ik het moeilijk vind om op gang te komen als de doelstellingen niet duidelijk geformuleerd zijn.
Dat het me soms niet lukt om ideeën duidelijk te maken, terwijl ik weet dat het een goed idee is.
Dat ik vrij nuchter en taakgericht ben en te weinig rekening houd met gevoelens en gevoeligheden van anderen.
Dat ik vaak aarzel om mijn nek uit te steken als ik daarmee veel oppositie oproep.
